BUGS HENDERSON & THE SUFFLE KINGS (US)
SATURDAY, MARCH 08 - CAFE MEULENBERG MOL MILLEGEM

website club

reporter: Laurence
photo
:
Anja
ARTIST INFO
BUGS HENDERSON
& THE SUFFLE KINGS (US)
website


CONCERT REVIEW

Cafe Meuleberg was zaterdagavond weer goed volgelopen voor het optreden van de Amerikaanse Bugs Henderson and the Shuffle Kings. Die Bugaboos mensen krijgen het toch regelmatig voor mekaar om goede buitenlandse artiesten voor eenmalige optredens door België te laten passeren. Bugs Henderson is misschien zo geen grote naam, maar als je al sinds de jaren 60 onafgebroken op de (blues) planken staat en 14 albums en cd’s uitgebracht hebt dan heb je toch al een stevige reputatie opgebouwd. Hij speelt liever in gezellige clubs als op grote festivals, daarom misschien dat hij niet de populariteit geniet zoals anderen van zijn generatie. Muzikaal staat hij echter garant voor een avondje goed gevarieerde nummers.

Hij begon met wat solo gitaartonen en kort erna kwam de rest ingevallen. Stel je met die Shuffle Kings geen grote band voor maar juist een drummer en bassist die voor de nodige ritmische ondersteuning zorgen zonder ooit de aandacht echt naar zich te trekken. Vanaf de eerste noten van (elektrische) bassist Sean Frankhouser was het duidelijk dat alhoewel hij nog maar een vijftal maanden de groep heeft vervoegd, hij stevig kan voorkomen met zijn beats. Met zijn solo intro op het tweede ook al funky getint nummer toonde hij zijn kwaliteiten nog meer. Op het einde daarvan ging het naadloos over naar een echte slowblues waarin Bugs het publiek ophitste naar wat meer response, hierbij introduceerde hij ook de bandleden. Deze trage ballade lag hen wel en de stem van de in 1943 geboren Bugs klonk nog heel mooi en zeer geschikt voor het genre. In dit “sweet dreams” werd ook duidelijk dat deze gitarist geen nood had aan veel knopjes of pedalen, maar wel intens gebruik maakte van de tremolo handle. “Sweet Mary” was een meer ritmisch nummer dat overging naar “shame of our love”, een iets trager instrumentaaltje met een goede beat erin. “Look what love can do” begon met de stevige drums van Linda Waring, een kranige 60+ vrouw die door de jaren symbiose stilaan het formaat van haar grote trom is gaan aannemen. Zij was in 1967 Bugs beginnen begeleiden en is sinds een aantal jaren geleden terug zijn vaste drumster. Dit liedje was typische Texas Blues en deed me terugdenken aan de live muziek die ik begin jaren 70 regelmatig ging beluisteren in de Bojangles club in Galveston.
Bij het volgende kregen we een waarschuwing voor onkuise lyrics en met talrijke heavy mother fucker woorden kwamen na een jazzy start toch alweer goede vibes, ondanks een teleurstellend hoempapa drumritme. Voor alle andere nummers was dit zeker niet het geval en kregen we hoe langer hoe meer bewondering voor die energieke oma achter haar drumstel. Bugs is zeker niet vastgeroest in het stroef naspelen van geoefende noten. Toen Heidi foto’s begon te nemen ging hij in het midden van een song gewoon poseren naast de microstaander om terug in te vallen alsof er niks gebeurd was. Gedurende dit nummer begon ie ook gewoon te praten tegen ons over hoe de blues het hart doet bewegen, terwijl de invloeden van rock en roll zich lager laten voelen. Ondertussen was het wel tijd geworden voor een pauze.

Terwijl de eerste set gevuld werd met eigen werk, begon de tweede met de onmiskenbare riff  van “Sunshine of your love” van The Cream, maar dan wel met een eigen bewerking er rond. Het volgend was dan meer geïnspireerd door een mix van CCR en Black cool woman in a black dress en het begon stilaan goed te rocken op dat podium. In set 2 maakte hij ook oordeelkundig gebruik van de wah wah, die hij met rode sportschoenen bediende, assorti aan zijn knalrode resonant mahony wood gitaar, trouwens de enige die hij gebruikt heeft voor al die verschillende genres te brengen. Na een geweldige gitaarintro werden we getrakteerd op een zeer sensuele blues, met enorm veel gevoel gespeeld maar met een iets te groot Need your love so bad gehalte. Het publiek reageerde wel met een daverend applaus. Toen verliet Linda haar drumstel en werd ze voor de volgende 2 songs vervangen door Bruno Meews, een kempenaar die een tijd met Bugs had rondgetoerd, maar ook met andere bekende groepen opgetreden heeft in het verleden. Het werd echter een ongeïnspireerd traag liedje dat opgevolgd werd door een snel Texas Blues exemplaar. Toch lukte het Bugs nog niet de zaal echt mee te krijgen. Alhoewel hij op zijn gitaar de juiste snaren raakte, vond hij die bij het publiek niet helemaal. Dit veranderde echter met de bisnummers.

Tijdens een babbel met Bugs backstage tijdens de pauze, in de toiletten dus, had hij mij al verteld dat hij de laatste tijd meer rock and roll als blues speelde en dat was er nu wel aan te horen. Met het bekende “shake rattle and roll” kwam ook zijn veel jongere vrouw tussen het publiek meedansen. Het werd een vurige vertolking die de beentjes in de zaal in beweging brachten. Het nu enthousiast publiek drong aan en verkreeg een tweede bisnummer onder de vorm van “I’m going down” van Don Nix. Dit was de goeie poejer waarop iedereen stond te wachten, maar betekende tevens ook het einde van een optreden.
Samengevat kan het best beschreven worden als een goed maar toch niet buitengewoon concert, waarbij van blues naar rock opgebouwd werd tot een mooie climax. Toch wel een mooi staaltje van wat met 2 old timers en eentje in rodage kan geproduceerd worden op muzikaal gebied.

Laurence